Soezendeeg

Heel makkelijk recept voor soezendeeg met tips om een perfecte deegbal te maken, net genoeg eieren toe te voegen en hoe je ziet als het deeg goed gebakken is.

Soezendeeg is vooral bekend voor gebak zoals eclairs, zwaantjesen roomsoezen. Je kan het deeg ook frituren zoals voor bijvoorbeeld zoete Griekse oliebollen of voor hartige aardappelsoezen. Zorg dat het frituurvet niet warmer is dan 160 graden wanneer je soezen gaat bakken.

Alhoewel Piet Huysentruyt altijd zegt dat patisserie exact moet afgewogen worden, is voor soezenbeslag de uiteindelijke textuur van het beslag belangrijk. Niet elke bloem neemt evenveel vocht op en niet elk ei is hetzelfde.

Werk daarom het laatste (7de ei in onderstaand recept) onder het beslag, alleen indien het echt nodig is: volgens Sofie als het beslag dat van de houten lepel valt een punt (als ware het een kleine, platte spuitzak) aan de lepel achterlaat. Het deeg moet duidelijk glanzen en in pieken rechtop kunnen blijven staan

Soezendeeg kan je vergelijken met een saus die je indikt met net wat teveel bloem en je blijft roeren tot je een stevige deegbal hebt. Dit is uitermate belangrijk: alleen als je een stevige deegbal hebt, zal later op de bakplaat het gebak niet inzakken en uitlopen.

Soezen worden tijdens het bakken luchtig, omdat het deeg veel water bevat dat in de oven gaat verdampen.

Sofie gebruikte dit andere soezendeeg recept: om daarmee je lekkerste eclairs te maken..

Sofie snijdt haar eclairs met een mes open… Je kan ze ook met een schaar openknippen: als ze nog warm zijn.

Soezendeeg recept

  • 100 ml water
  • 100 ml melk
  • 100 gram hoeveboter
  • een klein snuifje zout
  • 150 gram bloem
  • 6 tot 7 eieren

Hoe soezendeeg maken

  1. Neem een kookpot en doe er het water en de melk in. Voeg de boter en het zout toe, zet het vuur aan en breng tot net aan het kookpunt: roer zo nu en dan om zodat de melk niet aanbrandt.
  2. Als de melk begint te pruttelen, voeg je in 1 keer de bloem toe, houd het vuur aan en begin stevig met een houten lepel te roeren. Door de warmte gaat het deeg wat drogen. Blijf roeren tot het deeg niet meer aan de rand plakt maar een dikke deegbal gaat vormen: het is een niet meer lopend , droog geheel:
    Soezendeeg maken: roer de melk. boter en bloem tot een droog geheel dat niet aan de kookpot plakt 
  3. Zet de pot van het vuur.
  4. Begin met 6 eieren in een kommetje te doen. Giet 1/6 de van de eieren in het beslag en roer met de houten lepel tot al het ei verdwenen is in het beslag. Stevig roeren dus en blijven roeren, want op het eerste zicht lijkt het erop dat de eieren worden afgestoten door het deeg.
  5. Herhaal met het volgende deel ei. Na een 5tal eieren zal je zien dat het beslag lichtjes begint te verslappen (en stilaan ietwat op droge aardappelpuree begint te lijken waar je meer en meer melk aan toevoegt).
  6. Als na het 6de ei door je deeg te roeren, je het beslag opschept met de houten lepel, het beslag er weer afvalt en een schone punt onder de lepel achterlaat, dan is je beslag van de juiste textuur. Valt er niets van je lepel, dan meng je het 7de ei erbij (of klop het los en voeg eerst de helft toe):
    Soezendeeg bevat voeldoende eieren als het beslag glanzend is, pieken vormt en een punt achterlaat als het van een lepel valt 

Voor eclairs en ander klein gebak zoals profiteroles gebruik je een spuitzak en spuit je het gebak op boterpapier of een ingevette bakplaat. Voor grote soezen schep je het soezendeeg met 2 lepels op het bakpapier.

Laat het soezendeeg door en door gaar bakken in de oven: de binnenkant moet droog zijn en licht aanvoelen, aan de buitenkant zal je kleine, droge barsten zien.

OF EEN ANDER RECEPT?

Laat Weten Wat Jij ervan Vindt!

*