Doe de rozijnen in een kommetje. Giet er rum over en laat (een nachtje of 2 uur) weken.

Neem een grote kom. Doe er de zachte boter in, de suiker en het vanille extract. Meng met een handgarde door elkaar.

Voeg 1 ei toe en meng verder tot het ei volledig is opgenomen in de boterroom.

Voeg dan de gewone bloem toe en meng tot een homogeen beslag.

Daar doe je dan weer een ei bij en meng dat door het beslag.

Nu voeg je het volkorenmeel toe. Is het deeg te dik om te kloppen, meng dan verder met een spatel.

Het laatste ei er nu door mengen.

En tenslotte het amandelpoeder erdoor mengen. Je hebt nu een stevig cakebeslag waar de appels niet zullen doorzakken.

Roer er het beetje bakpoeder en een snuifje zeezout door.

Oven voorverwarmen op 185 graden.

Giet de rum van de gewelde rozijnen en laat ze uitlekken op een zeef.

Schil ondertussen 2 appels, verwijder het klokhuis en snijd in kleine blokjes.

Meng deze fijngesneden appelstukjes, de rozijnen en wat zeste van sinaasappel met een spatel door je cakebeslag.

Vet (met een borstel of met je vingers) een lange cakevorm in met boter. Bebloem rondomrond en giet/klop er de overtollige bloem er weer uit.

Stort of schep het cakebeslag in de cakevorm en strijk met een spatel gelijk. Je vorm is nu ongeveer halfvol.

Sofie snijd nu de 3de appel in dunne halve maantjes en schik deze dakpansgewijs bovenop het cakebeslag. De schijfjes die echter boven het deeg blijven uitsteken tijdens het bakken: zagen er 'zeer domker" gebakken uit.

Ofwel dikkere schijven snijden, ofwel ze diepen in het beslag duwen ofwel gewoon deze stap overslaan!

Zet in de oven en laat een 3 kwartier gaar bakken. Doe de "priemtest". Steek een breinaald of satéstokje in het midden van de cake. Haal er weer uit en als er niets aan de naald of stokje hangt, is je cake gaar gebakken.

Pers je sinaasappel uit.

Ontvorm de cake en borstel er wat sinaasappelsap over.