Zet een sterk kopje espresso en giet het in een brede schotel zodat het snel kan afkoelen.
Neem een kom en doe hierin de hoeveboter met de poedersuiker. Voeg indien gewenst ook vanille en rum of cognac toe. Begin met een spatel de bloem door de boter te duwen. Als de boter makkelijker te hanteren wordt, roer je alles verder om met een handgarde. Om sneller te werken, gebruik je een mixer met kloppers. Je boterroom is klaar: als de kleur duidelijk witter ziet, dan de boter waarmee je gestart bent. Ook even proeven: voelt het opgeklopt mengsel luchtig aan in je mond, dan zit je goed. Sofie klopt op tot dikke yoghurt: duidelijk geen vaste boterstructuur meer.
Bouw de taart op: begin met de lagen te vormen: leg 1 koekje in de koude (!) koffie (tel 1 seconde), draai het om (tel opnieuw 1 seconde). Smeer een beetje boterroom op de serveerschotel en duw hierop het koekje: zodat het koekje goed vast zal liggen, straks bij het smeren van de boterroom. Doe dit met andere koekjes totdat de bodem van de schotel bedekt is met 1 laag koekjes.
Smeer er dan een laag boterroom op. Hoe vochtiger je koekjes en hoe kouder de boterroom: hoe makkelijker de koekjes kunnen breken tijdens het smeren. Dus: ga ietwat voorzichtig te werk en gebruik desnoods je vingers, want deze zijn warmer dan een broodmes. Maak een zo egaal mogelijke laag.
Herhaal: leg er weer een laag in koffie gedompelde koekjes over en een laag boterroom.
Smeer de rest van de boterroom op de bovenkant en rondom de zijkanten van de taart.
Versier de bovenkant van de petit beurre taart door en met een vork schuine, evenwijdige lijnen in te trekken. Overstrooi dan met puur cacaopoeder of geraspte chocolade. Laat de boterroom opstijven in de ijskast.
Smaakt nog beter de volgende dag!