Neem een stoofpot met dikke bodem en deksel en smelt er een klont hoeveboter in.
Kruid de konijnenbillen met peper en zout langs alle kanten.
Als de boter bruint, voeg je de konijnenbillen toe en bruin ze langs beide kanten.
Snijd ondertussen een ajuin in halve maantjes en voeg toe als de billen langs 1 kant een bruin kleurtje hebben. Draai de billen om en strooi er de ringen bovenop. Laat de andere kant van de billen bruinen.
Voeg kruidnagels toe.
Besmeer elke snede brood langs 1 kant met mosterd en leg met de mosterdkant naar boven op de bouten.
Als de billen langs beide kanten gebruind zijn, giet je er 750 ml bruin bier over en net zoveel vleesbouillon tot de billen en het brood net onder staan.
Voeg er wat tijm en laurier aan toe, strooi er de bruine suiker over alsook peper en zout, voeg de pruimen toe, zet het deksel op de pot en laat minstens een half uurtje sudderen tot het vlees makkelijk van de bouten valt.
Als het vlees gaar is, doe je wat peterselie in de pot en zet je het vuur uit.